Er waait een warme bries door het restaurant van de kleine pousada villa Balangan in Itajaí. In de verte breekt de branding van de warme zuidelijke Atlantische Oceaan op één spierwit strand. Terwijl op straat Braziliaanse kinderen een potje voetbal spelen, zitten de zeilers van Team Brunel aan hun eerste fatsoenlijke ontbijt in negentien dagen. Eensgezind blikt de bemanning terug op de afgelopen etappe.
“Ik heb nog steeds het gevoel dat we tweede of derde hadden moeten worden,” zegt Dirk de Ridder. “We hebben drie dagen lang de drie koplopers opgejaagd. Helaas is het niet gelukt om ze in te halen en dat is frustrerend. De snelheidsverschillen met deze boten zijn zo klein, dat elk foutje keihard afgestraft wordt.”
De etappe begon met fantastische zeilomstandigheden. “Tijdens de eerste paar dagen was de temperatuur aangenaam, stond er voldoende wind en was de zee vrij vlak. Dit duurde helaas niet lang, want twee dagen later ging het los. Cycloon Pam had gigantische golven voor ons achtergelaten. Alles was direct zeiknat. Ik ben heel even zeeziek geweest, maar als je eenmaal ingeslingerd bent, kun je gewoon weer eten en heb je nergens meer last van. Op dat moment lagen we op een eerste plaats met meer dan 50 mijl voorsprong op de nummer twee. Dit was ook het moment dat navigator Andrew Cape voorspelde dat de hele vloot bij de ice gates in elkaar zou schuiven.”
Op de rug van cycloon Pam
“We zijn tot het begin van de ice gate letterlijk op de rug van cycloon Pam meegereden richting Kaap Hoorn,” vult Gerd-Jan Poortman aan. “Je kunt het zien als een grote golf waarop zes golfsurfers meesurfen, die uiteindelijk allemaal op het strand terechtkomen. De golf is in dit geval cycloon Pam, de surfers zijn de Volvo Ocean Race-boten en het strand is de ice gate. Omdat de ice gate zo hoog lag, werden we gedwongen om eerder dan gewenst van de golf af te komen. Het weersysteem laat zich immers niet tegenhouden door een ice gate. Je kunt dus niet je ideale route varen. Zonder ice gate waren we gewoon meegesurft naar het zuiden en hadden we mogelijk onze voorsprong kunnen vasthouden. Wij vielen als eerste van de golf af. De rest kon nog wel profiteren van de wind en voer daarom heel snel het gat dicht, tot ook zij van de golf geworpen werden. Hier begon de etappe opnieuw.”
Een dag voordat Team Brunel Kaap Hoorn zou ronden, kreeg het team nog een tegenslag te verwerken. “In één keer viel alle elektronica uit,” zegt Dirk de Ridder. “Toen hebben we in het aardedonker met meer dan 20 knopen wind blind gevaren. Dit heeft ons zeker 10 mijl gekost. Uiteindelijk hebben we als derde Kaap Hoorn gerond.”
Voor Gerd-Jan Poortman was het ronden van de beruchte Kaap een emotioneel moment. “Ik heb tot tweemaal toe deze etappe niet mee kunnen varen. Ik heb in de jaren daarna enorm toegeleefd naar dit moment. Eindelijk is mijn droom uitgekomen.”
Onverwachte storm
Na het ronden van de Kaap kreeg Team Brunel te maken met een onverwachte storm. Jens Dolmer: “Op een gegeven moment waaide het constant 50 knopen. Ga er maar aan staan: een dikke windkracht 10 in de Zuidelijke Oceaan, die er voor zorgt dat er duizenden liters ijskoud buiswater over de boot kletteren. De boot lag meer plat dan rechtop. In deze storm scheurde het J1 voorzeil. Omdat we in een zwaar gevecht met MAPFRE verwikkeld waren, hebben we het zeil te laat gestreken. Met een alternatieve zeilconfiguratie konden we de top drie aardig bijhouden, maar aan de wind en zonder het J1 zeil kwamen we net dat beetje snelheid te kort om ze in te halen.”
Volgens Jens Dolmer die deze etappe al één keer eerder gevaren had, was het verschil met de vorige keer dat hij nu continu volle bak moest varen. “In mijn tijd bij Ericsson hadden we een grote voorsprong, zodat we op een gegeven moment rustig aan konden doen zonder de voorsprong te verliezen. Ik ben niet bang geweest. Wel heb ik respect voor de oceaan. Als je bang bent stop je met nadenken. Dat is gevaarlijk voor jezelf en het team.”
Volgens Gerd-Jan was het een hele mooie, maar tevens een hele saaie etappe. “Je doet je zeilpak aan, eet en gaat vervolgens aan dek. Je pak is koud en nat van binnen. Pas na twintig minuten ben je een beetje warmgedraaid. Na je shift ga je weer na beneden om te slapen. Aan dek kan je nauwelijks met elkaar praten omdat het te hard waait. Het was ook fysiek zwaar. Als ik mij nu uitrek dan schiet de kramp in mijn rug.”
Niks te verliezen
“Enkele mijlen voor de finish hadden we bijna Alvimedica te pakken. Als we ze gevolgd hadden, kom je er nooit voorbij, dus we moesten iets doen. We hadden niks te verliezen. De enige optie die we hadden was om snel twee keer te gijpen, zodat we iets hoger lagen. We hadden gehoopt dat Alvimedica in een windstilte zou varen. In dat geval hadden we ze kunnen inhalen.”
Hoewel Gerd-Jan flink van het resultaat baalt, is hij ook van mening dat het team bepaalde dingen goed gedaan heeft. “We hebben geen Chinese gijp meegemaakt, de boot is heel gebleven en er is niemand gewond geraakt. Abu Dhabi Ocean Racing lag na het ronden van Kaap Hoorn ruim 50 mijl voor op ons en gisteren voeren ze met maar 13 mijl voorsprong over de finish in Itajaí.
Bij Abu Dhabi valt alles steeds op zijn plaats. Dat is zuur en moeilijk uitleggen aan mensen op de wal. Soms begrijp ik zelf ook niet precies waarom we een bepaalde koers varen of manoeuvre uitvoeren. Mijn werk speelt zich vooral af op het voordek en na mijn wachtdienst ga ik slapen. Ik heb het volste vertrouwen in onze navigator Andrew Cape.”
Bron: Team Brunel