Rondetafel Nautibel: nood aan correcte definities

Op maandag 31 augustus organiseerde Nautibel, de beroepsorganisatie van nautische pleziervaart en watersport  bedrijven in België, de Ronde Tafel over de pleziervaartreglementering. De bevoegde minister Galant van Mobiliteit, zowel als de bevoegde staatsecretaris Tommelein van de Noordzee, bieden de kans om grondig advies te geven hoe de toekomst van brevetten, examens, kwalificaties en aanverwante factoren er kan uitzien. En deze problematiek is voor Nautibel en haar leden van wezenlijk belang. Ruim 40 experts uit de watersportorganisaties en de omgeving van privévaar- en zeilscholen gingen in op de uitnodiging om van gedachten te wisselen over dit thema

De begrippen “zinvol, haalbaar, betaalbaar en veilig” vormden de rode draad in elke benadering. Doorheen de debatten kwam de stringente noodzaak naar een correcte begripsomschrijving op alle vlakken naar voor. Vandaag bestaan al te veel onduidelijkheden en ligt begripsverwarring vaak aan de basis van blokkages. Het begint al bij de omschrijving van een ‘erkende vaarschool’. Wanneer mag een organisatie die titel voeren? Momenteel zijn er geen criteria vastgelegd zodat iedereen de eigen ‘erkenning’ kan proclameren. Dit staak haaks op de visie van Nautibel die de opleiding in de pleziervaart een grotere betrokkenheid van de beoefenaars wil geven, te beginnen bij een zo groot mogelijke competentie.

Reglementen aangepast aan het gebruik van jachten, niet omgekeerd

De huidige reglementering bekijkt jachten die in het commerciële circuit van verhuur, charter en opleiding als commerciële pleziervaart. Daarop legt de overheid de voorwaarden van de commerciële vlaggenbrief op. De schippers aan boord dienen een STCW certificaat te hebben. De International Convention on Standards of Training, Certification and Watchkeeping for Seafarers, = STCW) bepaalt de minimale eisen waaraan zeevarenden op commercieel uitgebate schepen moeten voldoen qua training, certificatie en wachtlopen. Er ontspon zich een vurig debat over de zin van deze zware verplichting, temeer omdat diverse aanwezigen dit als een ernstige drempel beschouwen voor wat zij als ‘kleine pleziervaart’ omschrijven. Dat zijn de gemiddelde jachten die men overal in jachthavens kan zien en niet de superjachten boven de 60 voet.

Dat er eisen gesteld worden aan wie gasten en vrienden al of niet betalend aan boord neemt van zijn jacht is voor iedereen evident. Het door Nautibel gelanceerde en ondertussen reeds ingeburgerde begrip ‘Kleine Pleziervaart’ slaat op de vloot van hedendaagse jachten die in de genoemde sectoren gebruikt worden. Het panel was het er over eens dat er daarnaast een betere definitie moet komen die de activiteit in deze sectoren bepaalt: commercieel of niet commercieel, door een bedrijf of een non profit organisatie. Nautibel wijst hier zeer terecht op de verantwoordelijkheid van de schipper ten aanzien van de opvarenden die ook geldt in de recreatieve sfeer.

Het leek de aanwezigen vrij logisch dat een onderscheid gemaakt moet worden in functie van het vaargebied. Maar ook hier dook de onduidelijkheid op over de afbakening ervan.

Vernieuwde examenregeling

De nieuwe examenregeling voor de stuurbrevetten kan op een algemene goedkeuring van de Nautibel leden rekenen. Wel werden terechte opmerkingen geformuleerd over sommige vragen waarvan het praktisch nut in vraag gesteld werd. Maar de ‘multiple choice’ aanpak en de rechtlijnige beoordeling die daaruit voortvloeit weet iedereen te bekoren.

Discussie ontstond over het feit of examenvragen al of niet gepubliceerd moeten worden. Zouden kandidaten zich niet beperken tot het memoriseren van een aantal vraagjes? Dat is niet het geval wanneer het om een 1.000-tal vragen zou gaan die de volledige leerstof omvat. Dan is de vraag- en antwoord methode gewoon een andere manier om de leerstof onder de knie te krijgen. Naast de examencentra in Oostende, Antwerpen en Brussel pleit Nautibel ook voor een examenlocatie in het zuiden van het land, waarbij Luik of Namen naar voor geschoven worden.

Heldere begrippen en definities

Aansluitend hierbij was de vraag naar een betere definitie van de begrippen ‘Yachtman’ en ‘Yacht Navigator’. En is het onderscheid tussen snelvaart boven en onder de 20 km per uur en de 15 m bootlengte niet aan een herziening toe, zeker nu andere vaartypes, waaronder de waterscooter, op de waterwegen opduiken. En wat met de 6 uur of 12 uur praktijk in de vaaropleiding, vermeld in het zg dienstboekje?
Het onderscheid tussen een praktijkopleiding bij een professionele vaarschool en particuliere begeleiding moet blijven bestaan, er gaan zelfs stemmen op om het aantal uren praktijkopleiding uit te breiden. Maar wie kan beoordelen en op basis waarvan of een praktijkopleiding met vrucht werd gevolgd?

Nautibel heeft een vrij heterogeen ledenbestand, eigen aan de activiteitenwaaier van de watersportsector. Opmerkelijk was dat een aanwezige bootverkoper pleitte voor een zo laag mogelijke brevetdrempel en een zo eenvoudig mogelijke instapprocedure met zo helder mogelijke regels. Hij beriep zich op volgende vaststellingen: het gezond verstand van de schippers (bestaande en toekomstige), het erg lage aantal ongevallen en dus gevaren en de wil van zijn klanten om niet onvoorbereid het water op te gaan. Vandaar dat zijn zaak ook lessen cq initiaties geeft.

Aan de hand van zeven thema’s werden de deelnemers geconfronteerd met de harde realiteit dat de pleziervaartreglementering te diffuus en te versnipperd is. Er werden voorlopig twee conclusies getrokken.
Eén:  Dit overleg vormt de basis van aanbevelingen die Nautibel indient bij de overheid via het daartoe opgerichte Federaal Overleg Platform Pleziervaart.
Twee: in een aantal werkgroepen worden deze standpunten en aanbevelingen verder uitgewerkt. De aanmelding van medewerkers was onverwacht hoog, wat de noodzaak van dit Ronde Tafel overleg bewijs maar ook de betrokkenheid van de sector.

Nautibel zal er alles aan doen dat de overheid terdege rekening houdt met de aanbevelingen die de branchebelangenorganisatie uit dit overlegmoment zal samenstellen. Aanbevelingen die onderschreven worden door een nooit eerder geziene groep van non-profit en profit actoren, allemaal deskundigen uit de sector. Nautibel vindt dat de pleziervaarders niet alleen recht hebben op een heldere reglementering en een aantrekkelijke instap maar zeker ook overzichtelijke brevetten en vlotte examenprocedures. Dat is in het belang van de sector, de sport- of vrijetijdsbeleving en de beoefenaars zelf.

Foto: Jeanneau Leader 36

Bron: www.nautibel.be