[huge_it_slider id=”9″]
Pagina 2: We halen de snorkel boven
We besluiten het de eerste twee dagen kalm aan te doen: om de boot te leren kennen, het vaargebied te ontdekken en te zien wat het weer doet. De Caraïben zijn gezegend met de passaatwinden: een constante zeebries uit het oosten van drie tot zes beaufort. Wat maakt dat de westkust van elk Caraïbisch eiland garant staat voor heel aangename condities: weinig golven, beschutte baaitjes en bescherming tegen al te felle wind.
Al snel hebben we onze favoriete baai gevonden: Anse Noire, zo genoemd naar het zwarte zand op het strand. Dit is een droomplek: azuurblauw water en palmbomen die overgaan in een idyllische vallei met weelderige tropische plantengroei. Nog geen tien minuten na het ankeren zien we op enkele tientallen meter naast de boot iets boven water komen. Een dolfijn? Een haai? Het silhouet lijkt nog het meest op een zeehond, maar die zou dan wel heel erg verdwaald moeten zijn. Natuurlijk, een zeeschildpad, merken we als het hoofd onze richting opdraait.
Snorkel
We grijpen onze snorkel en springen meteen het water in om te zien of we het dier terug kunnen vinden. Dat lukt niet, maar we worden meteen opgenomen in de onderwaterwereld aan de rand van de baai: honderden vissen in alle kleuren, vormen en maten, wuivende onderwaterplanten en koralen in psychedelische kleuren. Dit is adembenemend.
Als we na een half uur terug richting de boot zwemmen, duikt vlak onder ons opnieuw een grote schildpad op. Heel rustig, sierlijk, stoïcijns zelfs zwemt ze enkele meters onder ons. We kunnen ze minutenlang volgen, tot ze vlak voor ons naar boven komt om adem te halen, en we zelfs haar schild kunnen aanraken. Dit is National Geographic in het echt.
Heel rustig, sierlijk, stoïcijns zelfs zwemt een schildpad enkele meters onder ons. Dit is National Geographic in het echt.
Hier zouden we dagen kunnen blijven voor anker liggen, besluiten we als zich voor ons een dramatische zonsondergang ontplooit. Maar steken onze koppen bijeen om onze route richting de eilanden ten zuiden van Martinique te bepalen. Vele charters vertrekken meteen naar het zuiden richting de Grenadines, een reeks idyllische tropische eilandjes vol koraalriffen. Wij hadden al min of meer beslist dat een week tijd te stressy zou zijn om de 120 zeemijl heen en terug af te leggen. Idealiter trek je daarvoor tien dagen uit, is het algemene advies.