Integrale weergave van het artikel uit Bootmagazine 42 – september 2015, als hommage aan Frans Maas die bij het kapseizen van de Capella op 1 juli 2017 tijdens de Light Vessel Race voor de kust van Oostende het leven liet, samen met twee goede vrienden zeilers uit Breskens.
– Het artikel werd geschreven door Rob Kloosterman, uitgever van het toenmalige e-magazine ‘de Classic Zeiler’, op basis van een persoonlijk interview en informatie uit het in 2002 uitgegeven boek Frans Maas “one off!”.
In de haven van Breskens ontstond niet alleen het grootse levenswerk van Frans Maas, ook voer hij hier ontelbare malen in en uit om zijn passie, zeilwedstrijden op Noordzee en Westerschelde, te kunnen beleven.
Wat kwam eerst, het zeilen of schepen ontwerpen en bouwen?
“Zeilen”, zegt Frans. “Het zeilen daagt uit om efficienter en sneller te gaan. Het inspireert mij om nog betere schepen te tekenen en te bouwen!”
Maas (1937), geboren Bressiaander, begon zijn loopbaan in de jaren ‘50 bij het bedrijf van zijn vader en oom “Jachtwerf Gebroeders Maas” aan de haven van Breskens. Het ontwerpen en bouwen van nieuwe zeiljachten zat er bij hem van nature in. Het kleine plaatsje Breskens, in de oorlog platgebombardeerd, bood niet veel scholingmogelijkheden wat scheepsbouw betreft.
Middelburg was het meest haalbare, maar ook daar helaas geen scheepsbouw. Dan maar de ambachtschool en een L.O.I. opleiding (afstandsonderwijs). Het bleek meer dan voldoende voor autodidact Frans Maas.
Na de oorlog vatte Frans’ vader Jaap Maas in het zwaar gehavende Breskens zijn oude beroepen van timmerman en jachtbouwer weer op. Voor FL 150,- bouwde hij een mahoniehouten zeiljachtje voor houthandelaar Schoenmaker. In lattenbouw met hout geleverd door zijn opdrachtgever. Er volgden steeds weer opdrachten van Schoenmaker die, zoals later bleek, die jachtjes weer doorverkocht.
Toen in 1950 Schoenmaker naar Terneuzen vertrok betrok Jaap Maas met zijn broer Krijn de houtloods in de haven van Breskens en stichtten ze de “Jachtwerf Gebroeders Maas”.
Het scheelde niet veel of Frans Maas was voor Nederland verloren gegaan. Vader Jaap had het plan opgevat met zijn gezin naar de V.S. te emigreren. Hij ging, keek en keerde op zijn schreden terug.
Frans (13) tekende naar hartelust scheepjes en het zeilen werd hem door vader Jaap met de paplepel ingegeven. Toen nog steeds alles in lattenbouw. Na een technische opleiding ging Frans in Groot Brittannië in de leer bij jachtontwerper Robert Clarc. Clarc liet zijn (houtbouw) ontwerpen bij de gebroeders Maas bouwen, haalde die in Breskens op en zeilde daarmee met Frans naar Engeland.
Frans leerde aldus tekenen, bouwen en zeilen. Begin jaren ‘60 kwam een einde aan de lattenbouw. Jaap liet in het Belgische Hoboken door zoon Frans ontworpen stalen jachten bouwen en bouwde die in Breskens af. Na zijn ervaringen met de “Fortunella” ontwierp Frans de “Illusie”, (1959) een schip voor zichzelf en zijn vader.
Illusie
Jaap vond het een illusie een nog sneller schip te bouwen, vandaar de naam. Het schip werd in staal gebouwd door een werf in Leiden.
Frans’ bekendheid als jachtontwerper groeide. Volgens vader Jaap lagen drie pijlers aan zijn ontwerpen ten grondslag: intuïtie, ervaring en kennis. Bekende schepen volgden. De Tonnerre de Breskens van de Breskense reder Piet Vroon die daar veel eerste prijzen mee won en de Zeezot van Veere, ook al een winnend schip. Langzamerhand raakten ook ontwerpers uit de Verenigde Staten geënteresseerd. Ted Hood en Dick Carter kozen Breskens voor de bouw van hun schepen.
Intussen zeilden Frans en Jaap bijna elk weekend wedstrijden waarbij weer inspiratie werd opgedaan om nog snellere jachten te ontwerpen. De werf liep zo goed dat begin jaren ‘60 zo’n 100 medewerkers in dienst waren. Toen liep de staalbouw ten einde en deed polyester zijn intrede als bouwmateriaal. De werf werd in 1968 omgedoopt tot Jachtwerf Frans Maas N.V., later B.V. en in 1973 gaf Jaap het stokje officieel over aan Frans. Tegelijkertijd veranderde de naam in Standfast Yachts, genoemd naar een whisky merk van jachtafnemer Charley Gordon, een in Brussel woonachtige Schotse whiskey destillateur. “Standfast”, die naam had toch meer een internationale uitstraling voor de zaak.
Het waren zeer voorspoedige tijden met zo’n 150 ontwerpen en de bouw van meer dan 700 jachten voor vaak internationale opdrachtgevers. Echter, het bedrijf had ook enige malen met tegenslag te maken. Uiteindelijk werd de onderneming in 2008 door Breskens Yacht Service overgenomen.
Zee-wedstrijdzeilen
Van zijn ettelijke ontwerpen, vaak “one off´s” springen de vele Standfasts en Lopers er met grote aantallen uit. Van de Loper, een kleine Standfast, werden er zelfs ca. 120 gebouwd.
Het zee-wedstrijdzeilen zit Frans Maas in het bloed. Ontelbare regatta’s werden gezeild, meestal met vriend Piet Vroon (1930), reder uit Breskens. Voor Vroon heeft hij dan ook een aantal schepen ontworpen en gebouwd. Meestal werd gestreden tussen en aan de Nederlandse-, Belgische-, Engelse-,Franse- en Spaanse kusten en niet te vergeten op de Westerschelde.
Tijdens een van die regatta’s, de Cowes – St. Sebastian van 1962, ontmoetten zij Adlard Coles, auteur van “Zwaar weer zeilen”. Coles: “Heb je nooit de Fastnet gevaren, dan heb je nooit gevaren!” Dus schreef het tweetal in voor de Fastnet 1963 en zouden er nog 21 volgen. Die eerste maal zeilden zij in Vroon’s nieuwe door Frans ontworpen in staal uitgevoerde Breeon. De rampzalig verlopen Fastnet 1979 werd gedaan met een aluminium Ron Holland.
In 2001 hadden zij hun “finest day” met hun Fastnet overwinning in Vroon’s Tonnere de Breskens. Dit schip werd gebouwd uit koolstofvezel door Green Marine in Lymington, GB. Slechts twee Nederlandse zeezeilers hadden dat voordien gepresteerd: Cees Bruynzeel (1900-1980) met de Zeearend (hout, v.d. Stadt) in 1937 en Otto van der Vorm (1924-2011) in 1961 met zijn 17 meter lange “Zwerver”, een houten Sparkman & Stephens.
Ook vandaag zeilt Frans Maas nog, ook wedstrijden, vooral in zijn Capella een one off ontwerp van zijn hand uit 1993. Het jacht is gemaakt van hout/epoxy. De “de eenvoudigste bouwmethode voor een one off”. Frans en Francien hebben twee dochters en zijn grootouders van 4 kleinkinderen. Een van de dochters heeft een carrière achter de rug als machinist op de grote vaart. Onlangs is Frans betrokken geweest bij het project “Shielmartin”. Een verwaarloosd houten Iers zeiljacht werd onder zijn leiding geheel gerestaureerd door Belgische werkloze jongeren. De jachtwerf is van de hand gedaan maar Maas ontwerpt wel nog steeds zeiljachten…
En waarschijnlijk zijn laatste ontwerp was de ‘Booty’, een mooie spitsgatter, gerealiseerd door Scheepswerven Jan Vandamme uit Zeebrugge in 2015.
Een schitterend boek over het leven van een zeil icoon (hardcover), een Standfast B.V. uitgave uit 2002 en geschreven door Joris Danckaerts. Het geeft een unieke inkijk in het leven van zeilfenomeen Frans Maas. 190 pagina’s Nederlandse zeezeil- en jachtbouw geschiedenis. Klinkende namen leverden uitgebreide bijdragen. Jacques Rogge, Jelle Gerritsma, Olin Stephens, Rob Zaadnoordijk, Wolter Huisman, Ted Hood, German Frers, Piet Vroon om er een paar te noemen. Een must voor de echte liefhebber.
Met een beetje geluk nog verkrijgbaar in de nautische boekenantiquariaat.