Het onderzoek naar het kapseizen van het zeiljacht Capella op 1 juli 2017 tijdens de Light Vessel Race, in de omgeving van de Noord Oost Akkaert boei voor de Belgische kust in is afgerond door de Federale instantie voor Onderzoek van Scheepvaartongevallen (FOSO).
Het incident wordt in detail beschreven, van het moment van het noodlottig kapseizen over de redding per helikopter van de drie onderkoelde overlevenden die zich op de omgekeerde romp gedurende meer dan 6 uur wisten te handhaven tot het vinden en identificeren van het lichaam van het zesde vermiste bemanningslid, een kleine twee weken later.
Geen noodsignaal
De Capella zond op geen enkel, ogenblik een noodsignaal uit. Het verlies van de kiel lag aan de basis van het incident. De kielbouten werden aan een grondig onderzoek onderworpen en vastgesteld werd dat meerdere bouten breuken vertoonden waarop corrosie was opgetreden. Dat betekende dat deze breuken of scheurtjes door een vroeger incident moeten veroorzaakt zijn. Bij andere bouten was metaalmoeheid vastgesteld.
De kielbouten waren niet geïnspecteerd sinds de kiel in 2000 werd bevestigd en ook niet nadat de Capella diverse malen was vastgelopen.
Groot interval
In het rapport wordt ook gezocht naar de oorzaak voor het interval tussen incident en redding van de overlevenden. De regatta werd niet gecontroleerd door organisatoren noch door een officiële instantie. De deelnemers zelf werden gevraagd om hun positie via de GSM-telefoon op regelmatihge, maar ver uit elkaar liggende tijdstippen. De GSM-dekking voor het hele wedstrijdgebied kon niet worden gegarandeerd. De organisatoren hadden geen scenario voor het geval een deelnemer zich niet meldde op het afgesproken tijdstip.
De vier motorjachten die waren opgegeven bij de vergunningsaanvraag en die de wedstrijd de hele tijd zouden volgen, waren niet aanwezig.
Het exacte aantal en de identiteiten en contactgegevens van de bemanningsleden waren niet geregistreerd bij de organisatie aan het begin van de regatta.
De organisatoren hebben niet gecontroleerd of de informatie die hen door de deelnemers werd verstrekt op het deelnameformulier ook correspondeerde met de werkelijke situatie. Dan zou gebleken zijn dat de Capella niet was uitgerust met een DSC VHF-radiotelefoon zoals aangegeven.
Al deze vaststellingen zouden de ramp waarschijnlijk niet hebben weten te voorkomen, maar er wel voor gezorgd hebben dat de redding vroeger op gang was gekomen.
Aan het slot van het rapport geeft het FOSO een aantal aanbevelingen waarbij ze zich specifiek richten tot de Royal Belgian Sailing Club, organisator van de Light Vessel Race, maar het is duidelijk dat deze suggesties gelden voor alle organisatoren van zeilwedstrijden.
Betere controle op correctheid gegevens
Bij de aanvraag van een vergunning voor een wedstrijd moeten de correcte gegevens aan de bevoegde overheid worden doorgegeven. Zij moeten ook de juistheid verifiëren van de informatie die de deelnemers in verband met het vaartuig en de bemanning doorgeven. Zij moeten voorbereid zijn op noodsituaties en een duidelijk overzicht hebben van de aanwezige reddingsmiddelen en de diensten die kunnen ingezet worden bij een noodgeval, aldus het rapport.
Naar de deelnemers toe is het belangrijk dat zij gewezen worden op het verborgen gevaar van falende kielbouten. Zeker na een stranding is een grondige inspectie van kiel- en kielbouten belangrijk zijn.
De ‘harde’ vaststellingen worden gevolgd worden door eerder zachte aanbevelingen. Hopelijk blijven deze aanbevelingen geen dode letter en is in het milieu van de wedstrijdzeilers de wijsheid en de daadkracht aanwezig om veiligheid en mensenlevens te laten primeren op eigengereide visies.
Het 60 pagina’s tellende onderzoeksrapport kan u downloaden op de site van de Federale Instantie voor Onderzoek van Scheepvaartgevallen (FOSO).