Charter en bootverhuur, zinvoller voor de lokale toeristische economie dan cruise business. Stop de ‘cruise’-vervuiling.
[dropcap size=dropcap]N[/dropcap]ieuwe vormen van vakantiebesteding zitten in de lift, zowel wat betreft de bestemmingen als de invulling. Dat had Thomas Cook onvoldoende begrepen, met de nare gevolgen van dien. In plaats van de zwembaden in de all-in ressorts te bezetten, laten toeristen zich steeds vaker verleiden tot all-in cruises. Mega cruiseschepen spuwen om de zoveel tijd hun lading uit over de kuststeden, riviercruises doen hetzelfde in onze plaatsen langs stromen en rivieren. Niets mis mee zou je denken, alleen hebben de cruisemaatschappijen maar 1 ding voor ogen, hun reizigers voor al hun ‘natjes en droogjes’ in de eigen tent houden. Ze droppen hun ‘excursionisten’ op een welbepaalde plek, liefst een historisch waardevolle stad of monument. Voor de honger en de dorst toeslaat pikken ze hun publiek weer op. Zo beperken zij de mogelijkheden op lokale consumptie tot een minimum. Al de benefits voor de cruise organisatie, de last vervuiling, verontreiniging wordt afgewenteld op de bewuste steden en locaties. Hun return voor die overlast? Nul, nihil, nada.
Dat geldt voor de grote cruisemastodonten evenzeer als voor de riviercruises. Maar het begint de toeristische regio’s stilaan te dagen, ze willen het cruise-toerisme aan banden leggen. Ventië, Barcelona, Dubrovnik en dichter bij huis Brugge nemen maatregelen om het overtoerisme in te dijken.
We stelden het een tijdje geleden vast tijdens een tocht op de Douro in Portugal. Een ‘riviercruise’ stortte een paar 100 toeristen uit over een godverlaten stadje, die kuierden er een uurtje rond en voor het vieruurtje werden ze weer aan boord gemaand. Dat de lokale inwoners aan deze ‘stoepbezetters’ weinig of niets overhouden is duidelijk.
Contrast
In scherp contrast daarmee staat het boottoerisme op mensenmaat. De bootverhuurders en chartermaatschappijen verdienen een aanmoediging omdat zij bijdragen aan het lokale toerisme op een mensvriendelijke manier en op menswaardig niveau. De boottoeristen frequenteren de lokale marktjes of bakkers, bezoeken plaatselijke restaurants en menig sluiswachter slijt zelfgemaakte confituur of wijn, bier en groenten van de plaatselijke producenten. De havenrestaurants en -cafés zijn vaste ontmoetingsplaatsen voor de zeilcharters, de leuke adresjes worden gul gedeeld.
Zo leveren bootverhuurders en charteraanbieders een bijdrage aan de lokale toeristische industrie, dit in scherp contrast met de cruiseorganisatoren die de lokale charme komen opsnuiven en alleen hun duit in het zakje doen op vlak van ‘overtoerisme’. Het lijkt ons dan ook zinvoller voor de lokale ecnonomie te investeren in aanlegplaatsen en infrastructuur om het de pleziervaarders makkelijk te maken dan te voorzien in mega aanlegplaatsen voor cruiseschepen. (lvd)