Onderweg – Dagboek 1 augustus 2020.
Wat ik me van eerdere tochtjes naar Parijs graag herinner is zeer specifiek: de hectische tien kilometers op de Seine vanaf de Eiffeltoren tot aan de haven Paris-Arsenal, onder de prachtige bruggen, en met zicht op de beroemde gebouwen. Daarna aanmeren, en genieten van het nonchalante ‘laissez- faire’, en van het gezelschap van al die andere pleziervaarders die van heinde en verre naar Parijs zijn gevaren. De ambiance in de Arsenal op een zomeravond valt niet in dit verslagje te vatten. Ik voel altijd een beetje heimwee als ik denk aan Parijs, dit heimwee smaakt overheerlijk, mijn schipper en ikzelf verheugen ons op Parijs.
Tekst en foto’s: Marie-Rose Degheele
In het vorige dagboekfragment las u over de route die reeds werd afgelegd. We zijn ondertussen aanbeland op de Seine. Le chemin vers Paris is niet druk bevaren: we hebben Vlamingen ontmoet, Nederlanders, een paar Duitsers, een Deen, en Fransen die in eigen land varen. Maar lang niet zoveel als in het pre-coronatijdperk.
Andrésy sur Seine In de vernieuwde halte nautique hangen overal vlaggen. De zon creëert betoverende effecten op het water, aan de oevers schuilen meerkoeten, en brulkikkers die triomfantelijk kwaken. De haven is uitgerust met een betaalautomaat maar niemand weet hoe het ding werkt, dus kennen we geen toegangscode voor de poort. Pas de soucis. De code circuleert vlot onder de lieden op de steigers. Aan gespreksonderwerpen geen gebrek.
‘We hebben nooit denigrerend gedaan over motorboten,’ zeggen de Antwerpse oud-zeilers die rond de halve wereld zeilden. Hun motorboot overwinterde in de haven van Briare. De droom om deze zomer naar de Med te varen hebben ze noodgedwongen door corona opgeborgen. Ze keren hals over kop naar Antwerpen terug. Van een vakantiegevoel is weinig overgebleven, veel havens worden niet uitgebaat en het verval is overal zichtbaar, er zijn weinig jachtjes onderweg.
‘Wat als dit departement code rood krijgt en het scheepvaartverkeer wordt stilgelegd?’ zegt de Antwerpenaar en hij gooit zijn armen in de lucht. ‘Dat zou pas een boel ellende met zich meebrengen!’ In de media is veel onrustwekkende berichtgeving over corona in Frankrijk, en in Belgie (ons land heeft de meeste sterfgevallen in Europa). Frankrijk is niet tuk op Belgische toeristen, zullen ze de grenzen sluiten? ‘Het beste van varen in Frankrijk hebben we gehad, we plannen wel een andere vaarvakantie, misschien gaan we naar Holland!’
Al die mooie dromen. Een stoet van zwerflustige schippers vaart jaarlijks over de binnenwateren naar het Franse Zuiden. Anno 2020 is het onzeker of je er geraakt, onzeker welke vaarroutes nog open zijn, onzeker of je je plannen zal kunnen verwezenlijken in het tijdsbestek dat je had voorzien.
‘Il y a de l’eau potable?’ is het eerste wat de Hollander in een vlet vraagt terwijl hij met zijn aanlegmanoeuvre bezig is, in de veronderstelling dat wij Frans sprekende Belgen zijn. Hij heeft zijn hond aan boord, maar niet zijn vrouw. Zijn reisbestemming is de Bourgogne. Hij vertrok op de Maas tot Givet en moest rechtsomkeer maken. Dus deed hij een ommetje over Canal du Nord om via Parijs zuidwaarts te varen. ‘Is de Bourgogne nog bereikbaar?’ vraagt hij. De Antwerpenaar steekt een vinger in de lucht en vertelt hoe en waar kanalen door algen en onderwaterplanten overwoekerd zijn, en dat het cruciale kanaal van de Champagne naar de Saône slechts 2 u/dag bediend wordt en er een beperkt aantal boten versast worden wegens watertekort. Parijs, daarentegen, is altijd bereikbaar.
De beslissing valt na een telefoontje met zijn vrouw: zij ziet Parijs niet zitten. Parijs is bloedheet en te riskant door corona, dat wordt een bloedrode zone (voorspelt ze). Hij kan maar beter terugkeren, zo snel mogelijk.
Er komen plotseling minder gezellige vibraties te hangen in dit charmante haventje
Valse nostalgie? Wat we precies verwacht hadden op deze tocht te vinden, weten we niet, maar het is er niet. Door covid-19 is de situatie complex en onvoorspelbaar. Wij begonnen 20 jaar geleden te varen, hebben de glorietijd in Frankrijk meegemaakt toen schippers voor maanden onderweg waren en dromen koesterden over vrijheid, avontuur, leven op je boot en vriendschappen aanknopen onderweg. Vrijheid had je sowieso: alles kon en alles mocht. Avontuur was overal, de waterwegen hielden de nodige verrassingen in petto. Vriendschappen ontstonden spontaan, dezelfde mensen zag je terug in de volgende jaren. Maar dat is voorbij. Vrijheid is er nog steeds, maar avontuur veel minder. De tijdsgeest is anders. De pleziervaart wordt professioneel aangepakt, varen is duur geworden en er zijn meer regeltjes.
Is onze beslissing om in coronatijden naar Parijs te varen valse nostalgie van een ouder wordende schipper & matroos? Misschien. (Maar we weten niet wanneer artrose toeslaat in knieën, nek en schouders).
Rueil sur Seine. Het haventje ligt te soezen in het zonlicht van deze snikhete zomer, de hittegolf is al een tijd aan de gang en blijft maar duren. We bevinden ons op 45 km van Parijs (over land 15 km) en liggen in het gezelschap van een Duitse motorboot. De Duitsers zijn opgewekte mensen: morgen arriveren ze in La Ville Lumière!
Renoir noemde Chatou aan de Seine de mooiste plek in de omgeving van Parijs. De halte fluviale van Rueil ligt tegenover het impressionisteneilandje Chatou waar nu geen toerist te bespeuren is, het restaurant en de ginguette zijn dicht, het eilandje is verlaten.
In de halte fluviale gaat het er levendig aan toe, de steigers fungeren als ontmoetingsplek, mensen eten er hun lunch, ‘s avonds maken jongeren plezier tot middernacht. Afstand houden? Mondmaskers? Ach kom. Op het pleintje met restaurantjes en terrasjes zitten mensen schouder aan schouder, de drankkaart gaat van tafel naar tafel, van hand tot hand.
In dit land is het een traditie dat regeltjes niet worden gevolgd en dat iedereen doet wat hij wil.
Hoewel Fransen het ermee eens zijn dat er regeltjes moeten zijn en dat het zelfs goede regeltjes zijn, willen ze vooral kunnen doen wat ze graag doen. De Franse nonchalance en hun joie de vivre heeft ons altijd bekoord. Wat Covid-19 betreft willen we wel de regels volgen.
De avond verloopt niet op een goede manier. Een paar jongeren klimmen aan boord, ze hebben te veel gedronken en dringen zich op: veel lawaai, geen echte hinder. Na middernacht rommelt een verdacht sujet aan de schuifdeur naar de woonruimte. Deze matroos wordt wakker van de lichtste bootschommeling, van het lichtste ongewone geluid. We claxoneren, doen de schijnwerper aan. Dit is onze eerste nare ervaring: nooit eerder maakten we zoiets mee.
Corona betekent voor veel jongeren een verlies van kansen, voor de ouderen, gepensioneerden zoals wij, is het hopen dat we de dingen kunnen doen die we graag doen. Hopelijk komen de waterwegen en de haventjes weer goed tot leven. De Fransen zijn creatief. De uitbaters van theehuisjes,familierestaurantjes, leuke winkeltjes doen hard hun best. Als alles opnieuw herleeft kennen we hopelijk weer het oude Frankrijk-gevoel,