‘Business as usual’ is niet langer van toepassing in de wereld van de watersportbeurzen. Alhoewel sommigen nog obstinaat vasthouden aan de oude beursformules, is onderhuids een nieuwe grondstroom op gang gekomen, een stroom die niet meer te stuiten is.
Vooreerst een paar vaststellingen. Op minder dan twee maanden van de beursdatum gooien de organisatoren van de Oslo International Boat Show de handdoek in de ring. Te weinig verkochte oppervlakte, melden ze. Nochtans heeft Noorwegen geen gebrek aan nautische bedrijven, alleen kiezen ze voor andere contactmogelijkheden met het publiek. Welke dat zijn, daar is geen eenduidigheid over te krijgen. Wie tegen de trend in blijft opboksen is natuurlijk boot Düsseldorf die in 2024 weer een indrukwekkend aantal bootproducenten en aanverwante dienstverleners weet te verzamelen. Zij houden de vinger aan de pols van de maritieme wereld en zetten sterk in op duurzaamheid en trendsporten, zonder het topsegment van de superjachten uit het oog te verliezen. Daarnaast wordt de brede markt van het watersporttoerisme aangesproken en daar ligt zeker nog marktuitbreiding te rapen.
Een eindje verderop, ruim 440 km, zoekt ook Interboot in Friedrichshaven nieuwe horizonten op. Niet alleen wordt de looptijd van Interboot teruggebracht van negen naar vijf dagen, de watersportbeurs gaat een nieuwe richting uit. Zo zetten ze in op nieuwe segmenten en op een gevarieerd programma dat veel verder gaat dan dat van een klassieke beurs. Er wordt zogenaamde ‘eventcontent’ toegevoegd.
In 2024 voorziet het concept van Interboot er onder meer in dat er naast kampeer- en trekkers voertuigen voor het eerst ook een visaanbod zal zijn. En naast het trendsportgebied krijgt ook ‘maritiem toerisme’ volgend jaar een uitgebreide portfolio. Verder staan er actie-evenementen met een hoge funfactor gepland.
Dat ze door dit alles vrij nauwgezet in de sporen stappen die boot Düsseldorf heeft getrokken, is duidelijk.
Beter een goede imitatie dan een achterhaald concept, zo lijkt het.
In ons land, waar door het ontbreken van een ruime watersportindustrie, er onvoldoende draagkracht is om een landelijke waterportbeurs levensvatbaar te maken, wordt een nieuwe noodgreep uitgevoerd, terug naar af, zou je kunnen zeggen. Het vakantiesalon in Brussel opent zijn deuren en voor watersportliefhebbers en tracht oppervlakte te slijten aan de professionelen in de pleziervaart in ons land. Organisator Fisa hoopt zo het initiatief dat ze op touw gezet hadden na het verdwijnen van de Belgian Boat Show, maar dat door Covid de das werd omgedaan, toch weer een beetje nieuw leven in te blazen.
Een samengaan met het vakantiesalon is zeker geen dwaas idee, integendeel. Wat de buitenlandse spelers als nieuw en vernieuwend naar voor schuiven, namelijk de uitbreiding naar het vakantiebeleven in de watersport, vormt precies het DNA van een vakantiesalon. Alleen is de organisator er rijkelijk laat achter gekomen dat daar misschien een oportuniteit ligt. Als je pas een maand voor het event de watersportsector via haar beroepsorganisaties wil betrekken, dan is dat hopeloos te laat. Jammer dat een goed idee sneuvelt op een slechte timing. Het is in elk geval hoopgevend dat weer gezocht wordt om de pleziervaart en watersport in ons land naar een breder publiek uit te dragen. Dat biedt meer perspectief dan de pogingen van een winkel in toebehoren de via zijn toeleveranciers – en op hun kosten – aan marktverruiming wil doen.
Zorgt het vakantiesalon in Brussel volgend seizoen voor een meer proactieve aanpak? Het kan in elk geval weer een ontmoetingsplek worden voor wie zoet en zout water in de aders heeft, net zoals dat in de jaren 70 en 80 van vorige eeuw het geval was.
Leo Van Dorsselaer – foto: boot Düsseldorf