Na 23 dagen in een ruimte geleefd te hebben die niet veel groter is dan de gemiddelde studentenkamer, is het voor de zeilers van Team Brunel lastig acclimatiseren in China. Vrijwel niemand spreekt Engels en het eten is nogal anders dan we in het westen gewend zijn. Terwijl de bemanning in deze bijzondere omgeving geniet van hun welverdiende rust, kijkt schipper Bouwe Bekking terug op de teleurstellende derde etappe.
“Dit was de etappe waar ik het meest tegen opzag,” zegt Bouwe Bekking terwijl hij een slok neemt van zijn cappuccino. “Niet alleen om alle gevaren, zoals de honderden kleine onverlichte vissersboten, zandbanken en visnetten, maar bovenal om de frustrerende windstiltes. We hebben dagenlang stil gelegen. Soms zeilden we niet meer dan 40 mijl per dag. En wanneer iemand dan toevallig getrakteerd werd op een windvlaag, lag hij binnen enkele uren meer dan 20 mijl voor. Voor mij heeft dat niks meer met oceaanzeilen te maken.”
“De tactische keuzes die je maakt aan de hand van het actuele weer of weerberichten, heb je zelf in de hand. Vaak neem je de juiste beslissing en soms pakt het helemaal verkeerd uit. Een goed voorbeeld is het kruisrak voor de kust van Vietnam. Volgens onze interpretatie van het laatste weerbericht, zou binnen enkele uren de wind gaan draaien. Wij noemen dit een windshift. In dit geval zou de wind na de draaiing onder een grotere hoek in de zeilen vallen, met een hogere bootsnelheid als gevolg. Wij besloten als enige om naar de voorspelde winddraaiing toe te zeilen. Alleen die windshift kwam nooit. De andere boten konden doorzeilen en wij verloren daar ongeveer 10 mijl. Dit was een verkeerde zet, maar wij zijn geen team dat simpelweg achter andere teams aan vaart.”
Soms hadden Bekking en zijn mannen domme pech. “We voeren de eerste week redelijk goed, maar voor de kust van Sri Lanka hebben we geen geluk gehad. Wij hadden daar geen wind en lagen daarom geparkeerd. Omdat onze achtervolgers wel wind hadden, zagen we onze riante voorsprong in een paar uur slinken tot enkele mijlen. Ook onze achterstand op Dongfeng werd in rap tempo groter. In dit geval had dit niks te maken met een verkeerde interpretatie van een weerbericht, maar gewoon met het feit dat net bij ons de wind onverwacht weg viel.”
Automatic Identification System
Dat de teams nu zo dicht op elkaar varen heeft – naast het feit dat de boten allemaal identiek zijn – volgens Bouwe ook te maken met het zogenaamde Automatic Identification System (AIS)-systeem. “Elke VO65 heeft een kastje aan boord dat een signaal uitzendt met de positie en de snelheid van de boot. Met dit systeem kunnen andere (zee) schepen – doormiddel van een klein icoontje op de digitale zeekaart – exact zien waar we varen. Het systeem werkt tot ongeveer een afstand van 12 mijl. Vroeger mocht je de AIS-zender uitschakelen, maar nu zijn we verplicht om dit systeem altijd aan te hebben staan. Soms doe je een meesterlijke zet, maar via de AIS kunnen je tegenstanders – die deze zet misschien niet in hun gedachten hadden – precies zien wat je doet. Vervolgens voeren ze precies dezelfde manoeuvre uit. Vooral de minder ervaren teams maken hier dankbaar gebruik van. Je ziet dat als deze teams alleen varen, ze vrij snel op achterstand raken.”
“Tevens is het nu mogelijk om elkaar dagenlang met het blote oog of een verrekijker nauwlettend in de gaten. Het is regelmatig voorgekomen dat na een zeilwissel van ons, de directe concurrentie ook meteen hetzelfde zeil wisselde.
Een soort schaakspel
Volgens Bekking is dit vooral voor de jonge gasten enorm frustrerend. “De jonge zeilers laten wat sneller hun koppie hangen. Het is belangrijk dat je als schipper met deze jongens blijft praten over waarom bepaalde keuzes gemaakt zijn of hoezo we langzamer varen dan de boot voor ons. Zo zijn er momenten geweest dat we, met vrijwel dezelfde bootsnelheid, vlak naast een andere boot voeren. Ik heb het dan over praatafstand, waarbij je zelfs hun eten kon ruiken. En dan uit het niets zeilden ze van ons weg. De jonkies denken dan vaak meteen dat wij zelf iets verkeerd gedaan hebben, maar ook hier had de andere boot toevallig meer wind. Het is een soort schaakspel geworden.”
“We moeten altijd verbeteren,” vervolgt Bekking. “Zo kwamen we aan de wind snelheid tekort. Op die koers zijn de snelheidsverschillen vrij klein en daardoor de inhaalopties miniem. Mogelijk moeten we op aan de windse koersen de zeiltrim aanpassen. Tevens speelt op deze koers ook het gewicht van de boot een grote rol. Wij waren een stuk lichter dan de andere teams. We hadden minder kilo’s aan spullen en eten aan boord om als contra gewicht te gebruiken. Aan de wind is dit een nadeel, omdat je de boot dan minder recht kan varen. En hoe schuiner, hoe minder hard je kan varen.”
“Gerd-Jan Poortman, Pablo Arrarte en Andrew Cape zijn voor een kleine week naar hun thuisland vertrokken. De rest van de jongens blijven in Sanya. Na de dagelijkse verplichte gymsessie en de gesprekken met teamcoach Anje-Marijcke van Boxtel in de ochtend, hebben ze vrij en kunnen ze herstellen. We varen de volgende etappe met dezelfde groep. Er zijn geen medische problemen en niemand is extreem afgevallen. Ondanks het teleurstellende resultaat, is de sfeer onder de jongens uitstekend. Dus we zetten acht februari vol goede moed koers naar Auckland.”
Bron: Team Brunel
Foto: Stefan Coppers / Team Brunel / Volvo Ocean Race