Innovatieve riviernatuur, erfgoedhotspots, beklijvende ervaringen en professionalisering van de gastvrijheid: het zijn enkele ambities uit het nieuwe strategisch beleidsplan voor ‘Toerisme in Scheldeland 2020-2025’. Een eind verderop krijgt water een glansrol toebedeeld. Maar daar gaat het in hoofdzaak om oevertoerisme.
De rivieren Schelde, Dender, Rupel en Durme zullen in de toekomst nog meer als raster voor het routenetwerk fungeren. Opvallende pop-ups – denk aan een verplaatsbaar werfpaviljoen of uitkijktoren – in natuurinnovatiegebieden creëren aantrekkelijke ontmoetingsplekken bij het water. En de samenwerking met kunstenaars, designers en lokale organisaties en inwoners maakt de waterbeleving van fietsers en wandelaars nog intenser.
De bootliefhebbers blijven op hun honger. Over aanmeerplaatsen, ankerplekken en dies meer, geen woord.
Of toch niet helemaal. Bij de ‘Erfgoedspots’ vormt een betere ontsluiting van het rijke erfgoed – van scheepswerven en kastelen tot belforten en steenbakkerijen – een andere ambitie.
Het kastelenproject ‘Van Steen tot Steen’ en het project ‘Scheepswerven in beeld’ rond het nautisch erfgoed hebben alles in zich om uit te groeien tot echte publiekstrekkers, aldus het rapport. Ook een vlottere verbinding tussen de diverse erfgoedhotspots staat op de agenda.
Het finale opzet van het nieuwe beleidsplan? Een aantrekkelijk cultuur- en landschapspark voor bewoners, bezoekers en ondernemers.
Duidelijk dat bootliefhebbers best zelf het initiatief nemen, willen ze de bootbeleving een duwtje in de rug geven. In Klein-Willebroek is hier een bescheiden aanzet toe gegeven met de ‘donut-boot’.