Matthias Diependaele, Vlaams minister van Onroerend Erfgoed, beschermt het vissersschip O.129 Amandine in Oostende voorlopig als monument.
‘De IJslandvaart was in onze contreien een traditie die eeuwenlang meeging. Vissers waren maanden van huis om daarna thuis te komen met ruimen vol vis. Met de opkomst van stoom- en nadien motorschepen werd de reis een stuk korter, het harde labeur aan boord bleef echter. De Amandine is het laatste Belgische schip dat visrechten had op de visgronden in IJsland. Ik start dan ook graag de beschermingsprocedure voor het schip op, zodat de geschiedenis en het leven van de IJslandvaarders niet verloren gaat. De Amandine is vandaag een monument voor de vissers. Je kan er de geschiedenis van de visvangst en het leven van de vissers beleven.’, aldus minister Matthias Diependaele.
Wie Oostende bezoekt raakt ongetwijfeld gefascineerd door het grote vissersschip dat dicht bij de Visserskaai ligt. Dat vissersschip is “de Amandine”. Het schip werd gebouwd op de Oostendse scheepswerf Panesi in 1960. Het schip, een zogenaamde middenslag-zijtreiler, was het laatste Belgische schip dat in de jaren 1990 visrechten had op de visgronden rond IJsland. Dat was meteen het eindpunt van een eeuwenlange traditie van de IJslandvaart. De Amandine wordt voorlopig beschermd als monument omwille van de historische, industrieel-archeologische en culturele waarde. De bescherming omwille van de culturele waarde herdenkt generaties van vissers die vanaf onze kusten het land voorzagen van verse vis. De leef-en werkomstandigheden tijdens de lange tochten naar het Noorden waren ronduit hard en soms levensgevaarlijk voor de vissers. De bemeten ruimtes, de dompige lucht in de vertrekken, de ijskoude temperaturen in het visruim, de opeenvolgende shiften van werken en slapen met daartussen weinig ontspanning zijn nog steeds eigen aan het beroep van visser. Het schip werd op het einde van haar actieve leven niet verschroot, maar toegankelijk gemaakt voor zodat het publiek zich een beeld kan vormen van de geschiedenis van de visvangst en het leven van de vissers.
Procedure voorlopige bescherming
Na de voorlopige bescherming organiseert het gemeentebestuur een openbaar onderzoek. Op die manier heeft iedereen de kans om opmerkingen of bezwaren kenbaar te maken bij de gemeente. Binnen de negen maanden beslist de Vlaamse minister van Onroerend Erfgoed over een definitieve bescherming.
foto © Georges Janssens